Na een flinke verkoudheid gooit Willard alles op sterk terugkomen teneinde de drie punten achterstand op Jeroen van Hoeijen in een onderlinge competitie te verkleinen. In dat proces werd Moergestel overgeslagen en reed hij lokaal, wat heet: 1200 meter van zijn voordeur in Uithoorn.
Hij startte zondagochtend op de bekende wijze: van kop af. Na 20 minuten en diverse kopwisselingen begon het kopgroepje van drie scheuren te vertonen. Even later, slechts op korte achterstand van de koploper raakte hij – in tweede positie – met zijn stuur in een lint. Knap dat hij niet viel, maar de koerswijziging die dit tot gevolg had deed hem het parcours haaks oversteken, richting een sloot. Met een acrobatische sprong wist hij van zijn fiets te komen en landde op de walkant. Na een moment balanceren als in een tekenfilm won toch de zwaartekracht en met een koprol kwam hij enkele meters lager in de sloot terecht. Gelukkig was de koprol voltooid en waren de voeten weer beneden, zodat hij niet verder dan tot halverwege de bovenbenen te water ging. Na een huivering en een klauterpartij vond hij enkele meters hoger zijn droge en intact zijnde fiets en kon hij zijn koers vervolgen. Aandringen voor de overwinning kon niet meer, maar hij wist de tweede plek wel veilig te stellen.
Willard, met schone benen tot ruim boven de knieën en verder zwart en beslijkt, tegen uw verslaggever in een poging zijn opzichtig falen te verbloemen: “Het was vandaag zo zacht, ongelofelijk! En toen het zonnetje ook nog een beetje begon te schijnen raakte ik in de war en dacht ik dat het zomer was. Ik zag de zin van zinloze inspanningen niet meer en besloot om een lekker stukkie te gaan zwemmen. Al snel ontdekte ik mijn vergissing en koerste toch maar verder.”