De 60ste Ronde van de Bakkerstraat was dit jaar een jubileumeditie die viel samen met de oprichting van Westfrisia, dus dubbel feest. Daarom was het Doede Deen, inderdaad familie van, die het startschot mocht lossen. Hij was één van de oprichters. Doede zei trouwens dat Westfrisia al 65 jaar bestond want hij was 15 bij de oprichting en nu 80. Overigens heeft Doede nooit een platte prijs gereden want ze werkten toen 6 dagen per week en dan schoot het fietsen er vaak bij in. Maar hoe dat allemaal verder zit moeten we maar aan Maarten Ducrot vragen, want die weet echt alles.
Voor WTC De Amstel stonden aan de start de matadoren Pierre Deen, Roel Gerritsen, Edwin de Graaff, Caspar Hermans en Michiel Verspuij. Klasbak Auke Broex had zich afgemeld want hij was fietsmoe, hij verlangt alweer naar het schaatsen. En het regende pijpenstelen.
In de koers ging het hard tegen hard. In de 6e ronde vlogen er ook een paar de hekken in waardoor Michiel Verspuy op achterstand kwam. Maar dan is er altijd nog Edwinn de Graaf. Hij rijdt meestal 20 meter achter het peloton, speciaal om lossende Amstelrenners op te pikken en weer terug naar het peloton te rijden. En dan rijdt hij daar gewoon de stenen uit de straat. De klasse droop er werkelijk van af. Michiel kwam zo weer terug in het peloton om te blijven. Hij is overigens niet voorin gezien. Roel Gerritsen, vorig jaar nog 3e, kwam er ook niet echt aan te pas, maar die heeft er een tijd uit gelegen met een sleutelbeen, dit was pas zijn eerste koers van het seizoen.
Voorin het peloton de eeuwige aanvallers Pierre Deen en Caspar Hermans. Beiden ook aanvallers in de wetenschap dat je beter een keer te veel met je neus in de wind kan rijden dan achter in het peloton gaten dicht te rijden, maar dat terzijde. Mag ik dat zeggen? Ja dat mag ik zeggen.
Maar we gaan terug naar Edwin de Graaff. Terwijl Edwin zijn rondjes reed, sloeg hij aan het denken; hij had er alle gelegenheid toe. En vragen te over. Wat deed ik toch altijd bij de Elite?? Ook achterin zitten. Maar dan was het ook iedere keer halfweg einde koers. En Deen zei dat ik bij de Sportklasse juist moest proberen van voren te rijden, en aan te vallen. Maar dat heb ik nog nooit gedaan. Want dat kon ik helemaal niet. En het is glad, het regent. Wat als ik val? Maar bij de elite reed ik ook iedere maand een fiets in de prak, achterin het peloton. En wat als er een Amstelrenner dreigt te lossen? Oei! Dit is met name een lastig stukje, even sturen, rood asfalt, bochtje rechts, bochtje links, putdeksel, shit! Pieuw! Dat ging weer net goed! Dit is niks gedaan! Ik moet hier weg, weg van dat laatste wiel. Ik ga aanvallen!!!
Met nog 5 ronden op het bord reed Edwin weg; Volle bak! Caspar Hermans en Pierre zagen het gebeuren en dachten: “Wé (..) gaan eindelijk weer eens winnen!” Zodoende sprongen ze mee met iedere tegenaanval of bleven keurig in het tweede wiel rijden. Of toch even op kop van het peloton maar dan wel voorzichtig in de bochten. Maar dit was natuurlijk totaal niet nodig. Edwin reed voor de eeuwige roem, met het hol open en zijn neus op het voorwiel. Bocht na bocht, meter na meter naderde hij de glorie. En hij won! Voor het eerst! Merijn Zeeman zit nu nog te huilen.
Bij dit alles viel de derde plaats van Lars van de Vall bij de Elites natuurlijk volledig in het niet. Lars werd dus derde en was tevreden met “eindelijk” weer een podiumplaats na een paar keer een wat mindere klassering. Eerder in de week reden de renners voor het eerst sinds vele jaren weer door de straten van IJmuiden in de Ronde aldaar. Tussen de lucht van bier een barbecue behaalde Teun Mouris bij de Junioren (in de regen) een mooie derde plaats en viste Ronald de Waal met een vierde plaats bij de Sportklasse net naast het net op een inmiddels droog parcours. Het was heel druk langs de kant in IJmuiden en de koers was zeker voor herhaling vatbaar. Komende weken nog genoeg te koersen in het land: wie weet met nog meer succes.