Door de overvloedige regen van zaterdagavond en -nacht werd menig ACC-er uit de slaap gehouden door de essentiële levensvragen van een veldrijder: ‘Welke banden neem ik mee?’ of – als die keuze niet bestaat: ‘Zijn mijn banden wel geschikt?’
Deelnemers aan de Amsterdamse Crosscompetitie die al wat langer meegaan lagen om een andere reden wakker. Bij hen kwam de herinnering boven aan een ACC-rit van enkele jaren geleden bij De Kampioen die onder vergelijkbare natte omstandigheden werd verreden en waar toen een recordaantal derailleurs sneuvelde. En dat terwijl er niet een recordaantal deelnemers was (althans, de uitslagen op de ACC site lijken niet compleet).
Dat oude record is zondag ruimschoots uit de boeken gereden. Nog voordat de 40- van start ging stond de teller na de wedstrijd van de Jeugd en de 40+ al op een stuk of 30 afgebroken en verbogen derailleurs. Wat nu precies de oorzaak was van deze hausse, daar kwamen de getroffen coureurs samen met de aan dit onheil ontsnapten niet uit. Modder is een essentieel onderdeel voor deze malheur, dat is logisch. Maar niet elke moddercross leidt tot toestanden zoals vandaag. Welke unieke combinatie van ingrediënten is nodig om dit nieuwe record uit de boeken te krijgen? De takjes, de blaadjes of de grindjes in het middensegment? Een commissie van wijze crossmannen zal zich daar na het crossseizoen eens over buigen en met aanbevelingen komen.
Eén van die aanbevelingen zal ongetwijfeld zijn: géén derailleur op de fiets. Dat werd onmiskenbaar bewezen in de 40- koers. De winnaar, Stefan Vis, is immers een prominent Vast Verzet-coureur (all over the world) en hij deed van zich spreken. Al na een ronde zat Vis in het spoor van de koplopers Tommy Oude Elferink en Dennis Smit, en hoewel in ieder geval Tommy elke ronde wisselde van fiets was Vis er in ronde vier definitief voorbij en reed hij uiteindelijk onbedreigd naar de winst. En dat op een vast verzet….. Op de derde plaats eindigde de frele West Frisiaan Dorren.
Was het de angst van de andere deelnemers voor een breuk? Zo startten er minder renners en leider Bart de Veer startte niet nadat hij een breuk had bij het inrijden (en wilde hij fiets 2 heel houden), en reden anderen vrij voorzichtig rond. Van Amstelzijde was de deelname beperkt. Roel Mouris wist de boel heel te houden en 8e, en daarmee beste Amstelman. Maar of dat allemaal klopt? Pico de Jager had zijn tegenwindfiets-fiets ingeruild voor de crosser en wist ook deze heel te houden 9e; iets wat Koen Warnier niet lukte, maar op een leenfiets kon hij toch door en werd 10e.
Bij de Dames en Nieuwelingen reed Judith van Maanen weer sterk. Net achter winnares Anne Huinen kwam Judith als 5e over de streep, en ook helemaal niet ver achter de plaatsen 2 (Ruben van der Pijl) en 3 (Menno Broex). Winnaar werd Victor Broex die zekerheidshalve op de fiets van zijn vader(!) startte. Victor was zaterdag nog dicht bij de zege in een landelijke cross in Amersfoort en gaf ook op zondag weer flink gas: meerdere minuten voor de rest kwam hij over de streep. Niek Voogt (8e), Joppe van de Weerdt (11e), José van Beek (14e) hadden verschillende vastlopers en Joppe zelfs een afloper, maar gelukkig geen grote schade aan Amstel-zijde deze keer.
Bij de Masters 40+ stond Hamish Morrin gewapend met zijn fototoestel langs de kant. Hij reed gisteren nog wel de nationale wedstrijd in Amersfoort (22e), maar daarna speelde zijn rabbithole-blessure weer op.
Vanuit het vertrek nam krachtmens Brian Burggraaf de leiding en gebruikmakend van twee fietsen verdween hij uit het bereik van zijn ‘concurrenten’. Achter Burggraaf was de strijd spannender. Aanvankelijk was Ron Vroom de eerste achtervolger van BBB, maar Vroom gaf de pijp aan Maarten toen hij regelmatig halt moest houden om zijn fiets te ontdoen van van alles en nog wat. Het is te hopen dat hij zijn vondsten veilig heeft gesteld en overdraagt aan de commissie van wijze crossmannen die onderzoek gaat doen naar de oorzaken van de hausse aan derailleurbreuken.
Voor de tweede plek leek nu modderliefhebber Jeroen van Hoeijen hoge ogen te gaan gooien, hoewel hij daarvoor nog wel af moest rekenen met zijn clubgenoten Patrick Molenaars en Auke Broex. Patrick is de laatste weken in vorm en was zaterdag op het razendsnelle parcours van de Amersfoort 19e en Auke hoort men nooit meer over schaatsen, dus dat waren voor Van Hoeijen tegenstanders om serieus rekening mee te houden. Verder was daar nog parcoursbouwer en thuisrijder Frank Nijssen die na een koude start (rechtstreeks uit het juryhok van de Jeugdwedstrijd) warmgedraaid was en zich vooraan meldde bij het Amsteltrio. Een andere thuisrijder – Mike Cooper – volgde dit viertal op korte afstand en was ook niet kansloos voor het podium.
Toen Molenaars steeds vaker grondmonsters ging nemen (de commissie van wijze crossmannen heeft over medewerking alvast niet te klagen) en Van Hoeijen anderhalve ronde voor het eind lek reed moesten de verwachtingen en prognoses bijgesteld worden. Van Hoeijen deed de koers nog wel uit – in de zachtste prut voldeed zijn lege tube prima – en werd 6e. Mike Cooper rolde als 5e over de streep, Molenaars werd 4e en Auke Broex evenaarde zijn beste klassering in de ACC ooit door in het zicht van de finish Nijssen los te rijden en ‘gewoon’ de tweede plek te pakken. Daar gaan we nog veel van horen… Een aantal anderen volgde de finale van de koers vanuit/nabij de bus van Pierre Zaaf: zich meldend met defecten. Verschillende van hen fietsten daarna met een tijdelijke fixie naar huis; het was heerlijk wegfiets-weer immers!
De Jeugd had zoals gezegd als eerst al moeten concluderen dat deze koers weer een ongewild unieke cross was. De oudste Jeugd had weer een bekend podium met 3 x Amstel: 1 Wessel Mouris, 2 Tristan Geleijn, 3 Tijmen van der Pijl deze keer. Bij de jongste Jeugd knokten Julian Vergouw en Michiel Mouris tot in de laatste zandbak nog om de derde plaats en dat wist MM met een zichtbaar enorme krachtinspanning op het allerlaatst te winnen; mooie strijd! Eefke van Teesseling en Ravi Heidstra waren andere survivors.
Volgende week weer zo’n mooie strijd, bij het derailleurvriendelijkere UWTC. Daarna nog twee keer naar Sloten waar het meestal wel te doen is (qua modder en materiaal dan).
De foto’s van Klaas Groot: klik.
Begint genant te worden, maar ik heb weer kleding aan een hek geknopt en ben deze vervolgens vergeten. Een afritsbroek, de welbekende windstopper (deze keer met bidon en handschoenen erin).
Ik leer wel, want op beide kledingstukken staat ‘simon’.
Graag hetzelfde wasmiddel gebruiken als Jeroen vorige keer.
De meeste derailleurs sneuvelden na de modder-, blad- en graspassages op het tweede stuk single track met de losgereden sintellaag. Zoals de nootjes aan de slagroom (van een ijsje) blijven plakken, bleven de sintels op de ketting aan het (in rheologisch opzicht op geklopte slagroom gelijkende) bovengenoemde moddermengsel plakken en konden ze zich zo de deraillaurkooi inwerken alwaar het zaakje meteen vastliep en afbrak of de kooi barstte en zich tussen de spaken werkte. Op Sloten en Uithoorn zijn geen sintels (het bovenbeschreven effect doet zich echter ook voor wanneer er houtsnippers op het parcours liggen. Enige jaren geleden had men die in Uithoorn op het stukje bij de trap voor de brug gestort [alwaar mijn derailleur dus ook afbrak]). Alzo dan!
Ja, het zijn de sintels in het moddermengsel. B.t.w., bij De Bataaf hadden ze een paar jaar geleden ook houtsnippers. Man, man, man. Ook een rheologisch drama. Ik ben toen op het idee van de mobiele fietsenmaker gekomen.
Sluit mij aan bij nieuwsbericht op de acc-site. Maar hopeljk geen 2e keer. Later gaat dit in de boek als variant op Fenerbahce-Ajax 1968 https://www.youtube.com/watch?v=8-V8sUv1tVY
Misschien is het dan bij de aanleg van nieuwe of verbetering van stukken van bestaande parcoursen goed te bedenken dat je dat het beste kunt doen met leislag (zie je op veel MTB parcoursen) of oud zand. Eventueel (maar alleen als dat echt nodig zou zijn) op een sterk samengedrukte (aangewalst of gewakkerd), redelijk dikke laag (> 10 cm) steenkorrel. Onder de omstandigheden van afgelopen zou de schade dan in de meeste gevallen beperkt zijn tot extra slijtage aan de kettingen. Dat is van een iets andere orde dan de derailleurschade (en zeker niet te vergeten: het gekloot met de al of niet kromme, ingescheurde of afgebroken derailleurpadden of soms ook de beschadigde achterwielen [door de ingelopen derailleur verbogen spaken]).