Het Nederlands kampioenschap en het District kampioenschap baanwielrennen vielen voor sommige renners dit jaar in precies dezelfde week. Dinsdag 12 januari waren er van de Amstel drie vertegenwoordigers aanwezig op de wielerbaan van Alkmaar. Tyler Eijk in de jongste categorie, Enzo Leijnse en Sven Raats bij eerstejaars Nieuwelingen. Het zal niemand verbazen dat Tyler recht toe recht aan zijn wedstrijden won alhoewel het baanwielrennen toch wel zo zijn eigen bijzonderheden heeft. Tyler is een langzame starter en dit is nou net niet wat je moet doen tijdens het onderdeel “Deense afvalkoers”. Een onderdeel dat je zelden ziet bij het omnium, maar dit jaar op het programma bij DK en NK. Maar daarover later meer. Uiteindelijk kwam het allemaal goed en Tyler stond zoals gebruikelijk in zijn categorie op het hoogste schavot.
Sven reed zijn eerste echte baanwedstrijd. Tactiek en behendigheid zijn bij baanwielrennen meestal van groter belang dan het conditionele. Iemand zonder ervaring is bij voorbaat kansloos. Sven eindigde na 5 onderdelen op een 7e plek; een prima prestatie voor de eerste keer. Enzo traint het hele jaar erg hard bij het RTC Amsterdam en dit was te merken in Alkmaar; hij ging na overwinningen op alle onderdelen als districtskampioen naar het podium .
Zondag 17 januari vond het Nederlands Kampioenschap omnium-duur voor categorie 6-7 en Nieuwelingen plaats. Enzo is de uittredend Nederlands Kampioen en stond als enige Amstelvertegenwoordiger aan de start. Het omnium werd verreden over 4 onderdelen, een scratch (recht toe recht aan over 30 ronde naar de finish), een puntenkoers over 30 ronden (elke 5 ronden sprinten voor een puntenklassement), een Deense afvalkoers (na een aantal aanloopronden is de eerste sprint-winnaar de winnaar van dit onderdeel volgende ronde voor plek twee, enzovoort) en tot slot voor de 8 besten in het klassement een 2 kilometer achtervolging. Omdat er 28 inschrijvers waren en er maar 20 gelijktijdig op de baan mogen fietsen werd er voor elke pelotonsrit een kwalificatie gereden.
Enzo had van tevoren zichzelf als doel gesteld om bij de eerste 8 te komen zodat hij zijn sterke onderdeel, de achtervolging, kon rijden. Uiteindelijk is dit hem gelukt en stond hij na drie onderdelen op een gedeelde 3e plek. Helaas voor Enzo reed Bob Markus, net als Enzo trouwens, zijn snelste achtervolging ooit, maar Bob net 0.6 seconden sneller. Hierdoor zakte Enzo naar de plek net naast het podium. Als eerstejaars Nieuweling was hij hier trouwens best tevreden mee.
De Deense Afvalkoers: bij veel renners en ouders grote vraagtekens over dit onderdeel in een duur omnium. Oorspronkelijk is de Deense Afval koers bedoeld om in een groot sprinttoernooi met veel deelnemers een snelle selectie voor de individuele sprints te maken. Bij nadere beschouwing is het misschien toch wel het meest tactische onderdeel van het baanwielrennen.
Na de start rijden de renners eerst een aantal aanloopronden, na de bel valt er in omgekeerde volgorde (anders dan in een gewone afvalkoers), een renner af. En wel telkens de winnaar van de sprint. Deze renner is onmiddellijk de winnaar van de race.
Het tactische is dat als je meesprint voor de eerste overwinning – en het net niet redt – je meestal zo moe bent dat je de eerstvolgende sprints ook niet meer wint. Casper van Uden een boven gemiddelde renner met veel sprint-vezels kan hierover meepraten. Hij ging vol voor de eerste sprint, maar haalde het net niet waardoor hij de eerstvolgende 15 sprints ook aan zich voorbij moest laten gaan.
Enzo deed het slimmer: die reed gewoon de eerste drie sprintjes strak in het wiel van de sprinters mee en toen hij voelde dat de energie bij de sprinters op was plaatste hij zijn demarrage….
Zoals aan de punten te zien is, ontliepen de eerste vier in het klassement elkaar niet veel.
1e Yanne Dorenbos 13 punten Nederlands Kampioen
2e Bob Markus 14 punten
3e Lennart Reijtenbach 14 punten
4e Enzo Leijnse 15 punten
