Op het voormalige Floriade terrein nabij Hoofddorp zette HSC de Bataaf aan het slot van het veldritseizoen een nieuwe veldrit op poten. Rond en over de ‘Big Spotters Hill’ werd een zeer aantrekkelijk parcours gebouwd: breed, snelle stukken, modderige stukken en met als letterlijk en figuurlijk hoogtepunt de Big Spotters Hill waar 40 meter hoogteverschil overwonnen moest worden middels fietsbare klims en klims waar gelopen moest worden. De bijbehorende afdalingen waren goed te doen: niet te simpel, maar ook voor renners zonder doodsverachting te verteren (Jan van Herwijnen: “Deze afdalingen durf ik ook”).
Bij de Amateurs was De Amstel goed vertegenwoordigd: Bert Jan Hamer had zich weer los weten te weken uit het crossparadijs Hattem, Jan van Herwijnen probeerde op de valreep een tegenvallend seizoen nog wat glans te geven, Michael Breedt hoopte na een goede serie in de laatste wedstrijden van dit seizoen zijn positie op de eerste startrij om te zetten in een knallende uitslag en Marcel Witte – sinds vorig weekend weer in competitie na zijn schouderblessure – hoopte via een paar regelmatigheidspunten zichzelf een betere uitgangspositie te bezorgen bij de start van het volgende crossseizoen.
Michael was vanaf de eerste rij uiteraard het beste weg van de Amstelrenners en hij leek het eerste gedeelte van de koers af te stevenen op een top 10 klassering. Marcel begon behoudend, maar leek desondanks Jan en Bert Jan ver achter zich te laten; die acteerden de eerste ronde rond plek 30. Michael kende zijn bijna traditionele mindere tweede koershelft en in het tweede deel van de wedstrijd sloot Marcel bij hem aan. In de finale kregen zij – verrassend – gezelschap van een sterk verdapperende Jan van Herwijnen, zodat de drie clubgenoten gezamenlijk de finishstraat in glibberden. Michael (16e) bleek de sterkste vóór Marcel (17e) en Jan (18e). Bert Jan bleef met een 24e plek buiten de prijzen/punten.
Ook bij de Masters een kwartet Amstelrenners aan het vertrek: Alfred Hartemink (als alle drie je kinderen meedoen, kan je toch niet achterblijven), Brendan – ‘rocket’ -Divall (“Planning to crack the top-20” om ook wat regelmatigheidspunten te veroveren met het oog op het volgend seizoen) en natuurlijk Willard Gerritsen en Jeroen van Hoeijen in de finale van hun zinloze onderlinge competitie. Jeroen stond met vertrouwen aan het vertrek: de modder en de hoogteverschillen leken hem op het lijf geschreven en na een vlotte start, waarbij hij al voor Willard het veld in dook, kwam zijn overwinning op Willard niet meer in gevaar. In de ‘haarspeldbochten’ op de Big Spotters Hill zag hij beneden zich zijn tegenstander op ruime achterstand voornamelijk in gevecht met Brendan. Jeroen finishte uiteindelijk als 14e, Brendan als 19e en Willard (ook dat nog!) als 21e. De Amstelrenners werden in de finale gadegeslagen door Alfred, want als alle drie je kinderen meedoen kan je niet achterblijven, maar wel afstappen.
Voor de meeschrijvers en de statistiek: de volkomen zinloze onderlinge competitie is geëindigd in een 11-9 overwinning voor Jeroen. Terecht natuurlijk.
Bij de Nieuwelingen en Junioren veroverden Ewoud en Bertrand Hartemink na de 1e Amsterdamse Bos Cross opnieuw een paar punten voor het regelmatigheidsklassement door 15e (Ewoud) en 6e (Bertrand) te worden in de slotwedstrijd van dit seizoen. Punten waar ze volgend seizoen veel plezier van kunnen hebben. Bij de Jeugd werd Madeleen Hartemink 5e in de wedstrijd voor cat. 5.
De SBVVDBA verwacht de heren van de VVZBDA wel aan de start bij het CK op de baan. Ook zonder shoot out kunnen de heren van de VVZBDA nog wel wat stuurtechniektraining (mooi scrabblewoord trouwens)gebruiken
Ik pas. Rust. En trouwens: stuurtechniektraining? Op de baan? Gelikte ondergrond (Siberische laminaat of zoiets, nergens hobbels, kuilen, molshopen, boomwortels e.d), nergens verrassingen: met je ogen dicht weet je na zoveel trappen komt er weer een bocht. Gaap.
De “stoere mannen” van de VVZBDA durven duidelijk niet de uitdaging met de echte mannen van de SBVVZBDA aan.
“Mannen” suggereert onterecht een meervoud.
Is er nieuwe zinloze onderlinge competitie in het zicht? Ronnie contra ….
Met grote bewondering en veel dank voor de rapportage van alle wedstrijden en zojuist die hierboven gelezen te hebben, zou ik me tot de rapporteurs en coureurs willen richten met de ietwat pedante woorden van Wittgenstein “Wovon man nicht sprechen kann daruber muss man schweigen”
ja heel fraai dat citaat, maar om eerlijk te zijn moeten er nog wel even twee puntjes op u
Ik vind deze woorden van Wittgenstein meer van toepassing: “Alles, was sich aussprechen lässt, lässt sich klar aussprechen”.
Richtig, und alles was überhaupt gedacht werden kann, kann klar gedacht werden
Een trainingskampje in Duitsland lijkt mij een goed idee voor deze filosofen onder ons.
usw.