Baanrenner Tijmen van Loon verruilde deze zomer zijn thuisbasis Amstelveen voor Papendal. Fulltime wonen, leren en sporten. Het komt vaker voor. Maar Tijmen is nog maar 15 jaar jong. ‘Mijn ouders moesten erg wennen aan het idee dat ik doordeweeks niet meer thuis zou zijn.’
Tijmen van Loon komt uit een naar eigen zeggen redelijk sportieve familie. Er werd gefietst, gevoetbald, geschaatst en aan krachtsport gedaan. Fietsen vond hij altijd al leuk, zo kreeg hij in 2010 een racefiets voor zijn verjaardag. Een jaar laten kon hij via de Amstelveense Sportpas aan een training meedoen bij De Amstel. De renner werd geboren; hij vond het meteen erg leuk. Tijmen begon met het rijden van wedstrijden in Categorie 4. Er was nu geen weg terug meer.
Wanneer kwam de baan in jouw vizier?
Tijmen: ‘Toen ik 12 jaar was, ben ik in de winter voor het eerst op de baan gaan trainen, toen nog om de winter te overbruggen. Ik vond dit in het begin behoorlijk lastig: dat je je benen niet stil kon houden en niet kon remmen zoals op de wegfiets. Op de weg was al duidelijk dat ik een sprinter was. De wedstrijden waar ik een podiumplaats reed, waren altijd wedstrijden die eindigden in een sprint.’
In het tweede jaar, Tijmen was 14 jaar, dat hij op de baan reed, ging het steeds beter. Hij deed mee aan het NK teamsprint en het NK ploegenachtervolging die ze beiden wonnen.
In de zomer van 2015 kwam voor hem de omslag van wegwielrennen naar baanwielrennen. Tijmen: ‘Ik heb die zomer, met mijn nieuwe baanfiets, heel veel uren doorgebracht op de baan van Alkmaar. Dat kon gelukkig doordat ik mee mocht trainen met Carolien van Herrikhuyzen. Daarnaast ben ik mee gaan doen aan de trainingen van RTC Alkmaar, onder leiding van Yorick Bos (onze clubgenoot) en Carolien. Dat was heel erg leerzaam.’
Sprintwedstrijden zijn er vanaf Nieuwelingen. Daarom heeft Tijmen, die zich wil specialiseren in de sprint, tot het afgelopen jaar meegedaan aan allerlei baanwedstrijden, dus ook aan omniums. Begin die jaar startte hij ook nog in 2 wegwedstrijden. Al snel bleek dat hij de baan toch leuker vond.
Tijmen heeft zijn sport altijd goed kunnen combineren met je school. Het Technasium van het Keizer Karel College in Amstelveen was zeer meewerkend als het ging om combineren van school en sport.
En op een gegeven moment kwam Papendal in beeld?
Tijmen: ‘Het trainen op de baan van Alkmaar wierp zijn vruchten af. Ik reed steeds betere tijden. De trainers van RTC Almaar, Yorick en Carolien, hadden contact met Steve McEwen, de coach van de baanssprint-talentselectie van de KNWU. Daarnaast heb ik meegedaan aan de NOC/NSF-talentendag. Daar werd mijn aanleg voor baansprinten bevestigd, wat leidde tot een uitnodiging van Steve om in maart van dit jaar mee te gaan op trainingskamp met de baansprinttalentselectie op Mallorca. Dat was zwaar, maar ging goed. Na dit trainingskamp ben ik benaderd met de vraag of ik in augustus 2016 naar Papendal wilde komen om daar fulltime te wonen/leren en mij te richten op het baanwielrennen.’
Wanneer nam je het besluit?
‘Na het trainingskamp van Mallorca was het voor mijzelf wel duidelijk dat ik graag naar Papendal wilde. Ik besefte dat het zwaar zou worden (zowel op sportief gebied als met betrekking tot school), maar ook heel leuk. Ik zit nu sinds 1 augustus 2016 op Papendal. Dat bevalt goed.’
Wat zeiden je ouders?
‘Mijn ouders waren natuurlijk trots dat ik gevraagd was, maar moesten ook erg aan het idee wennen dat ik doordeweeks niet thuis zou zijn. Daarnaast vonden ze 15 jaar ook wel erg jong. We hebben er met z’n drieën goed over gesproken en dus besloten om deze stap te zetten.’
Het leven van Tijmen op Papendal verloopt via strakke planningen. Zijn dagen zitten volgepland met activiteiten als school, baantrainingen, krachttrainingen, massages, voorlichting. Tijmen traint ook meer, beter en anders, een combinatie van wielrennen en krachttrainingen. Hij traint nu praktisch elke dag (1 dag rust per week), gericht op een langer termijn doel. Op de weg waren de trainingen, naar zijn idee, meer gericht op de korte termijn (wedstrijd van volgende week), terwijl de trainingen nu meer op constante ontwikkeling gericht zijn.
Hoe ziet een gemiddelde dag op Papendal er uit?
Tijmen: ‘Ik ga s ’morgens rond 8 uur met de bus naar school (het Beekdallyceum in Arnhem), waar ik rond ’s middags rond 3 uur wordt opgepikt om naar Apeldoorn te vertrekken voor een Baantraining van 2 uur. Rond half zeven ben ik dan weer terug op Papendal, waarna we gezamenlijk met de ploeg eten. Daarna nog soms wat activiteiten als massage of core stabbility, en vervolgens nog aan het huiswerk, Op de dagen dat we krachtraining doen, ziet de dag er vergelijkbaar uit.’
Hoe bevalt het nieuwe sociale leven?
‘Ik heb mijn eerste 3 weken op mijn nieuwe school achter de rug. Ik begin daar steeds meer mensen te kennen. Daarnaast is de sociale omgang met mijn medesporters erg belangrijk, zowel op school uit daarbuiten. Dat zijn niet alleen baanwielrenners maar ook mensen uit andere takken van sport.’
Ga je elk weekend terug naar je ouders, of blijf je veel in Arnhem?
‘Als ik geen wedstrijden heb, ga ik terug naar huis.’
Wat wil je bereiken in je sport?
‘Ik wil op sportgebied het maximale uit mijzelf halen. Mijn streven is om ooit aan een Olympische spelen mee te doen. Plezier houden in mijn sport is daarbij essentieel.’
Laat je sport straks voor school gaan? Of piek je op beide fronten?
‘Ik wil op beide fronten pieken. School is voor mij ook erg belangrijk. Ik hoop na het vwo te kunnen gaan studeren.’
Wat is je baanprogramma en waar kunnen de Amstelleden je zien de komende maanden? ‘Baanwielrennen is een sport die het hele jaar doorgaat. In de winter zijn er wel meer baanwedstrijden in Nederland dan in de zomer: het werkt anders dan bij wegwielrennen, waar ieder weekend wel gereden kan worden. Natuurlijk doe ik mee aan het NK teamsprint (op 8 november) en aan het NK sprint (op 15 januari). Internationaal zijn er het hele jaar wedstrijden.’
Tot slot Tijmen: heb je nog een boodschap voor de lezers van deze Amstelpost?
‘Durf te kiezen om volledig te gaan voor datgene waar je goed in bent en wat je leuk vind. Ik hoop dat ik jullie terug ga zien op de baan!!’