Amstellid Teun Mouris baarde vorig jaar opzien door de 140 km lange Tour de Okinawa te winnen. Hij stapte dit jaar als Belofte met goede papieren bij de Wielerploeg Groot Amsterdam (WPGA) naar binnen. Afgelopen pinkstermaandag werd hij nog regiokampioen in het winderige Schermer. Hoe zijn de eerste maanden in een groot team hem bevallen?
Teun Mouris is 18 jaar en woont in Ouderkerk aan de Amstel. Hij werkt 3 dagen per week bij de Haan Wielersport. De familie Mouris is wat je noemt een echte (Amstel)wielerfamilie. Ben Mouris is zijn oom, vader van Wessel en Michiel. Broer Nico is de vader van Teun. Profrenner Jens Mouris is een neef, zijn vader heet Jan. Roel en Joost Mouris zijn ook neven van, hun vader is Hein Mouris.
Teun is met wielrennen begonnen in categorie 5. “In de jeugd categorieën was ik nooit een toprenner. Vanaf de Nieuwelingen begon ik steeds beter te rijden. Bij de jeugd was ik altijd een renner die het niet al te serieus nam en gewoon lekker fietste. En als ik een keer geen zin had om te trainen bleef ik liever op de bank liggen.”
Voor Teun is WPGA een mooi team voor jongens die net niet bij de continentale ploegen komen, of niet zo heel serieus willen fietsen. Teun: “Ik ben van mening dat je beter een jaartje kan leren en af en toe proberen een mooie uitslag te rijden bij de elite/beloften in plaats van dat je voor een grotere ploeg voor renners op kop moet rijden.”
Teun heeft tot nu toe veel klassiekers en meerdaagse wedstrijden gereden. “Meestal krijgen we een lijst met opgestelde renners voor de komende 2 maanden. Ik heb daar niet echt inbreng in maar de ploegleiding houd er zelf ook zeker rekening mee. Tot nu toe rijd ik een mooi programma.”
Hoe bevielen de eerste koersen in relatie tot je verwachtingen? Teun: “Over mijn vorm ben ik zeker tevreden dit seizoen. Heb alleen tot nu toe heel veel pech gehad. In begin van het seizoen 2 keer in één week hard gevallen waar ik daarna een beetje angst kreeg en geeneens koers goed reed. Daarna een periode tot nu toe waar ik tevreden ben over mijn vorm en af en toe een goeie uitslag rijd. Wat boven verwachting goed gaat zijn de klimkoersen. Maar als de klimmen te lang worden ben ik wel nog te zwak.”
In een team rijden is voor Teun een hele leuke en leerzame ervaring. “Bij WPGA zitten een aantal oudere renners die niet meer voor hunzelf willen rijden maar echt de jonkies willen helpen. Zoiets zie je niet zo snel in een ander team. Dat vind ik mooi. In meerdaagse wedstrijden doen we natuurlijk met ze allen ons best om iemand kort te laten eindigen.”
Heb je nog specifieke doelen dit jaar?
“Een van mijn doelen dit jaar is wel weer het NK tijdrijden op 21 juni waar ik gewoon heel hard wil rijden en ik ook heel benieuwd ben hoe ik het doe bij de Belofte.”
Teun heeft nog geen trainer. Hij vindt vooral het trainen met de club nog leuk en hij weet zeker dat je er ook sterk van wordt.
Teun werkt en fietst. Gaat dat samen? “Ik werk dus 3 dagen per week en kan het goed combineren. Zolang ik nog elke keer vrij krijg voor een koers vind ik het prima. Ik vind het fietsen gewoon leuk en wil er nu wel een paar jaar voor gaan.”
Teun is niet een jongen die zijn ambities hardop uitspreekt. Hij wil gewoon hard fietsen en dan kom je er zelf wel als je goed bent.
Heeft Teun nog een tip voor de huidige jeugdrenners?
“Ik zou vooral zeggen tegen de jeugdrenners doe lekker waar je zelf zin in heb, probeer veel koersjes te rijden en hou er vooral plezier in!”
De koersen van Teun Mouris in vogelvlucht
“Ik begon dit jaar met de Brussel Opwijk u23. Die koers ging heel goed ondanks dat ik net terug kwam van trainingskamp en die week veel had gefietst. Ik werd daar 20e. De klimmetjes die daar in zitten zijn dus ook de klimmetjes die mij goed liggen. Daarna heb ik heleboel koersen gereden waar ik dus pech had:
- Ster van Zwolle een DNF; week ervoor ziek geworden.
- Ronde van Groningen waar ik viel, DNF dus.
- Omloop van Veenkoloniën. Pakte ik de prijs van de strijdlus. 10 km voor de meet vol onderuit. Ik heb nog nooit zo open gelegen als toen!
Een week niet gefietst en daarna een hele lange periode waar ik bang werd in de koers. Daarna ben ik naar Polen geweest voor de Carpathian Couriers race u23. Een uitslag heb ik daar nooit gereden. Maar dat was wel de eerste koers waar het bangige weg ging. Die week daarop 3e in het criterium ‘t Zand. Twee weken geleden nog naar Triptyque Ardennais geweest. Een hele mooie 3-daagde koers door de Ardennen met alle crossploegen aan de start; 2e etappe een 34e plaats waar ik heel tevreden mee ben. Dat is dan ook weer een voorbeeld waar het klimmen heel goed ging.”