Na het NK Jeugd was er in Apeldoorn het NK voor de iets oudere Jeugd. Een zevental Amstelmasters was aanwezig. Vooral de jonge vijftigers deden het goed met een 4e (Caspar Hermans) en 5e (Auke Broex) plaats. Een verslag.
Na Nes a/d Amstel was de frustratie groot: Een overmacht aan Amstelmasters, maar resultaat nul. Verwijten over en weer, analyses, groepsessies, mediators: alles werd uit de kast getrokken om van de verzameling ego’s/ volgevreten vedettes die alles al hadden gewonnen, een collectief te smeden dat zou gaan voor het resultaat. Een tactisch plan werd opgesteld waaraan iedereen zich zou onderwerpen.
Kijkend naar de 40+, waar Coen Emmer, (de Remmer voor insiders), volgend jaar ook 50+, verdienstelijk zijn rondjes reed, stelde men vast dat een NK voor 50+ ook heel gewoon is, terwijl zij zich allen konden herinneren dat zij 5 jaar geleden nog meewarig naar de oudjes hadden gekeken met de gedachte “Waarom moeten zij nou nog zo nodig??? Een mens kan zich vergissen. Want je moet koersen. Koersen moet. Zoiets zal Sander Boerkamp (niet onverdienstelijk top-30 in de 30+) ook gedacht hebben.
Die 50+ dan. In de groepsapp had strateeg Auke Broex nog als huiswerk opgegeven voor de heenreis om vijf namen mèt rugnummers van favorieten te onthouden. En jezelf daar buiten beschouwing te laten.
Ken uw tegenstander! Dat is belangrijk.
Na zo’n drie ronden waren de meeste Amstelmasters van voren te vinden. Jan Buisman, Auke Broex, Pierre Deen, Caspar Hermans en Marcel Witte kleurden de voorste gelederen zwart rood. Weer vijf ronden verder werden de eerste aanvallen geplaatst: Pierre Deen reed meerdere keren vooruit, net als Marcel. Auke en Caspar hielden hun kruit nog even droog. Helaas kwam Jan Buisman iets te kort, zakte naar achteren waar de koers 3 x zo zwaar was omdat er in de smalle bochten veel geremd en opgetrokken moest worden. Jan plaatste zich uiteindelijk naast het parcours om tactische aanwijzingen te geven. Met nog negen ronden te gaan ging het spel echt op de wagen. Auke demarreerde, met twee anderen. Ze reden ronde na ronde gedrieën met een voorsprong van 10 – 20 seconden vooruit, keurig in de gaten gehouden door de andere Amstelmasters. Maar met nog vier ronden te gaan reden favorieten Edwin Ophof (de kampioen van ’16) en de favoriet van dit jaar, André van Reek naar de kop. Auke kon aanhaken, maar zijn vluchtmakkers niet. Drie man op kop, maar even later werd het groepje aangevuld met Caspar Hermans die een knappe jump plaatste. Nu ontstond een probleempje: de favorieten waren wel héél erg favoriet (sterk), dus Auke en Caspar drukten zoveel mogelijk hun snor om nog een kleine kans op het podium te houden.
Ondertussen reden Pierre en Marcel in de kop van het peloton om de kansen van Auke en Caspar te vergroten. Ofwel op kop, ofwel in derde, vierde wiel, waren zij de stoorzenders die de kopgroep in staat stelde hun leidende positie te behouden. Met nog twee ronden te gaan slonk echter de voorsprong tot negen tellen, Marcel kon zelfs het merk bidon van Auke waarnemen. Maar door het niet aflatende stopwerk van het Amstelcollectief groeide de voorsprong tot meer dan 20 seconden.
De finale: Natuurlijk gingen Auke en Caspar omstebeurt vol demarreren. Althans in gedachten. Ophof en Van Reek reden door, Caspar bedacht een plan en Auke zag zijn hartslag op de Garmin op hol slaan. Niets demarreren dus, maar gokken op de derde plaats. Helaas kwam met twee kilometer te gaan nog één man aansluiten; een man die niet alleen een gat kon dichten, maar dus ook enorm sterk was. Deze beul (Weinans) sprintte in een beklijvende sprint nog naar plek twee, terwijl Caspar lang aan het wiel van Van Reek mee leek te gaan. Van Reek was toch de sterkste, terwijl Caspar bijna nog Ophof voorbij ging. 4e en 5e. Toch jammer, maar van te voren was er voor getekend. En bovendien, er was als collectief gereden, en dat is ook winst!
Zie ookverslag op cyclingonline.
Een paar plaatjes van de heren 50+
https://www.flickr.com/gp/photo_dolf/037v4R