De jonge renners wisten dat er een speciale gasttrainer zou komen, maar niet wie. In de aanloop speculeren zij volop. Ongeveer iedere bekende wielernaam wordt genoemd. Vlak voor de start verschijnt de gasttrainer: “Het is Dylan!”.
Dylan Groenewegen heeft voor veel jonge renners de status van superheld. Dylan is clubgenoot, komt uit de buurt en is veelwinnaar. De jonge renners zien hem als “onze Dylan”. De opwinding bij de jeugd is groot. De iets oudere jonge renners doen hun best er koel onder te ogen. Dat lukt nauwelijks.
De trainers hebben een speciaal programma in elkaar gestoken. De jonge renners zijn verdeeld over 3 groepen. Deze training staat in het teken van sprinten. Dylan gaat van groep naar groep, beantwoordt vragen, rijdt mee en geeft tips.
Ook bij de allerjongsten is er een duidelijk “Dylan effect”. Ze zijn direct stil, luisteren ademloos en fietsen keurig twee aan twee. ‘Hoe doe je dat nu dat sprinten?’ Starten met de juiste versnelling, diep zitten, naar voren kijken en hard trappen. Heel relaxt geeft Dylan tips aan deze 8/9 jarige. Veel te snel is het tijd voor de volgende groep. De trainer heeft nog meer oefeningen in petto, maar liever blijven ze (springend en lachend) kijken hoe Dylan de andere groepen traint.
De middengroep is een mengeling van bloedfanatieke jonge renners en renners die de wielrenner in zichzelf aan het ontdekken zijn. Voor Dylan is dat geen punt. Na een gesprekje sprinten de jonge renners met Dylan. Dylan weet de sprintjes nipt te winnen. “Wat rijdt hij hard!”. Ook de fietsbeheersing valt op; “Hij ging staand sprintend door de laatste bocht!”.
Bij de oudste groep zitten best wat jongens en meiden die dromen van een profbestaan. De vragen aan Dylan gaan vooral over zijn prestaties nu. “Wat is je mooiste overwinning?” Dylan noemt zijn overwinningen in de Tour de France. Zijn overwinningen in de Amsterdamse Cross Competitie laat hij opvallend genoeg onbenoemd. En natuurlijk: “Welke wattages trap je in de sprint?”. ” Wow!”, klinkt het na het antwoord. Deze groep (inclusief de trainer) doet er alles aan Dylan te verslaan in de sprint. Op het laatst floept Dylan er toch telkens langs.
Na afloop neemt Dylan rustig de tijd om met de jonge renners op de foto te gaan en handtekeningen uit te delen. De jonge renners applaudisseren luid. Ze hebben ook een presentje. Een door alle jonge renners gesigneerde speciale “De Amstel jeugd leiderstrui”. Voor hen is dat een wisseltrui. Met plezier geven ze hem aan Dylan. En dan is het toch echt tijd om naar huis te gaan. Een jonge renner roept nog één keer “Dankjewel Dylan!”. “Graag gedaan man”, antwoordt Dylan.