In recreatiegebied Kwintelooijen tussen Rhenen en Veenendaal organiseerde de Valleirenners zaterdag een nationale veldrit op en rond een motorcrosscircuit. Dat betekende veel springheuvels die beklommen moesten worden, want springheuveltjes zijn slechts te springen met een crossmotor; met een crossfiets kom je geen millimeter van de grond, zelfs niet als je ‘rockets’ hebt. De – vooral – zandondergrond was door de overvloedige voorafgaande regen veranderd in een soort zandbrij met af en toe drijfzandachtige eigenschappen. Na afloop van de race had met al het zand uit de kleding en uit de ketting gemakkelijk het graf van Harry Mulisch kunnen worden gedicht.
De Masters mochten het programma openen en De Amstel had zijn bekende toptrio afgevaardigd. Willard Gerritsen verklaarde tijdens de heenreis dat hij wetenschappelijk gezien in topvorm moest zijn (want eerste dag van verkoudheid), maar hij verdween tijdens de parcoursverkenning in een gat, ging over de kop en kreeg zijn eigen fiets in de nek: pijnlijk en een knauw in het zelfvertrouwen. Jeroen van Hoeijen had iets goed te maken, want hij reed vorig jaar in Rhenen zijn aller-, aller-slechtste wedstrijd van het seizoen en misschien wel zijn aller-slechtste wedstrijd ‘ever’: hij houdt eigenlijk alleen van zand als de zon schijnt en je erop kan liggen. Brendan ‘rocket’ Divall was tot in de wortels van zijn imposante haardos gemotiveerd: hij moest de teleurstelling van het DK van vorige week nog wegspoelen.
Brendan en Jeroen waren bij de start redelijk goed weg, maar Willard – nog een beetje dizzy – miste daar al scherpte. Jeroen leek lange tijd in het spoor van Brendan (19e) af te koersen op plek 20, maar hij schakelde in de voorlaatste ronde zijn ketting eraf en in de knoop. Dat tijdverlies wierp hem terug naar plek 24 met een lichte teleurstelling tot gevolg. Willard passeerde als 30e de streep. Dat resulteert in de volgende tussenstanden in de zinloze competities: Willard – Jeroen 2 – 5, Brendan – de rest 5 – 2.
Bij de Amateurs verschenen aan het vertrek de youngster Michael Breedt en de peri-veertigers Marcel Witte, Bert Jan Hamer en Jan van Herwijnen. De chauffeur van Jan – u kent hem – Pieter Heidema voegde tijdens het inrijden zijn maaginhoud toe aan het overvloedig aanwezig zand; hierop laste hij acuut een extra eenheid rust in, hij zag de wedstrijd droog vanuit de zijlijn. Want, de heren Amateurs waren nauwelijks gestart of die ‘enkele bui’ barstte in alle hevigheid los boven het zand van Rhenen. De combinatie van vallend water, enorme plassen, zand en modder eiste niet alleen het uiterste van de renners, ook van het materiaal. Michael was goed weg, en bleef dat ook. Hij werd 20ste in een onverwachte sprint. Wel reed hij als enige de wedstrijd volledig uit, de anderen mochten een ronde eerder van de fiets. Marcel was ook goed weg, maar kwam einde koers ineens in het vizier van achterblijver Van Herwijnen. Had hij ook last van Onbegrepen Materiaal Problemen (OMP)? Of was het niet zijn parcours, zoals hij vooraf al aangaf? OMP: de fiets van Jan weigerde bij driekwart vermogen de 39/23 of 25 te draaien: chainsuck. Tel daarbij op dat óók je voorderailleur niet meer werkt, dan zit je snel op een onoverbrugbare achterstand. Voor Jan was het of afstappen of met de hand de ketting op het buitenblad (46) leggen. Hij koos voor het laatste – want hoe onbegrepen (OMP), op de 46 geen last van chainsuck, en kon zodoende nog wat renners inhalen. Gevolg: 29e. Bert Jan reed een behouden en OMP-vrije wedstrijd. Met zijn binnenbladrace (36) trotseerde hij het zandkasteel van Rhenen en tolde naar plek 34. Wanneer wijlen Harry Mulisch bovenstaand verslag had gelezen kon hij maar één reactie geven: gebrek aan talent.
hier vond ik nog een paar een paar photo’s van dit geploeter.
http://www.robsfotoshop.nl/index.php/fotos?view=album&album=5536509862023463569&page=1
Anders dan de VVZBDA veteranen had Max als debutant geen idee wat hij kon verwachten. Toen hij Willard en Jeroen met met hun gezandtraalde koppies zag staan wist hij al direct: wat een onzin om hier te rijden. Een baanrenner die wat bijklust in het veld heeft uiteraard zijn grenzen. Je kapot rijden voor 5 euries voor een plek bij de eerste 20 dan doen die oude mannen maar. Met 6 vingers in zijn neus, 3 in elk neusgat tegen het zand, werd Max 28e.
It was a horrible course (except the bits in the woods) So well done to Max for not quitting.