Na een teleurstellende cross in Veldhoven was er gelukkig een lange terugrit. Deze rit, door een steeds witter wordend landschap, werd door de renners Breedt en Witte gebruikt om eens kritische bij zichzelf te rade te gaan. Wat is er mis gegaan? Voor renner Breedt was het seizoen goed begonnen; er werd constant top 20 gereden dus de lat werd wat hoger gelegd en het zou niet lang meer duren of de top 10 zou voor hem gesneden koek moeten zijn. Voor renner Witte ligt dit wat anders. Vorig jaar nog goed voor diverse top 10 uitslagen, dit jaar wil het nu nog niet lukken, maar ook hier was toch wel een stijgende lijn te ontdekken.
Ligt het aan de uitspattingen na de cross waar het prijzengeld stukgegooid wordt bij een keten met een grote M en soms met een B (lees het verslag van “Veldrijden in Lieshout, incl. een cultureel antropologische observatie”)? Is het materiaal nog wel in orde, wordt er nog wel genoeg getraind, twee shots cafeïne is misschien te veel zo net voor de start, misschien is een geheel afsluitende bril toch beter voor de ogen?? En zo ging het nog wel even door. Aan het einde van de rit was er nog geen concrete oplossing bedacht behalve dat het morgen misschien beter zou gaan.
Na een regenachtige heenreis werden we bij het ophalen van de nummers gevraagd of we onze zwemdiploma’s wel mee hadden, dat beloofde al niet veel goeds. Na lang getreuzel werden toch maar de nummers opgespeld. Door de beslagen ramen werd een andere Amstelrenner ontdekt zodat er totaal drie Amstelrenners aan het vertrek stonden. Dit waren Michael ‘ik kan goed starten’ Breedt, Jan ‘de vet arme renner’ van Herwijen en Marcel ‘Master in ontkenningsfase’ Witte. Van de Masters ook nu geen spoor te bekennen.
Het parcours lag er nog een beetje wit, maar vooral nat, hobbelig en glad bij. De start voor Michael was, hoe kan het anders, goed, voor Marcel iets minder, liet zich wegdrukken, en voor Jan behouden. Michael besloot om in de eerste bocht in het weiland eens van zeer dichtbij naar het gras te gaan kijken. Dat leverde hem het eerste natte pak op en kosten hem ook meteen diverse plekken. De twee korte klimmetjes vanuit het weiland waren in de eerste ronde voor meer renners een probleem. Er werd gevallen en vervolgens probeerden andere over deze gevallen renner heen te rijden wat uiteraard niet lukte. Deze situatie zorgde voor een oplettende renner, Marcel, voor kansen door tijdig van de fiets te springen en keihard omhoog te rennen waardoor de slechte start weer wat gecompenseerd werd.
Met het verstrijken van de wedstrijd ging het tempo bij Marcel steeds verder omhoog, dit bleek achteraf te komen doordat de remmen zover afgesleten waren dat deze het nauwelijks meer deden (misschien een idee deze geheel te demonteren?). Michael heeft naast het bekijken van het gras ook tweemaal de temperatuur van het water in twee diepe plassen gemeten door hier niet doorheen te fietsen maar dit met een snoekduik te doen. Dit bleek koud te zijn en niet bevorderlijk voor zijn de snelheid.
Na de finish was het klappertandend naar de kleedruimte die traditiegetrouw bij een boer is ondergebracht. Bij aankomst was deze boer drukdoende om het water te warmen, wat niet gelukt is, dus dat was minder.
Het uiteindelijke resultaat was voor Marcel een 12e plek, voor Michael een 14e en voor Jan helaas geen top 20. Pieter (de chauffeur van Jan) werd 18e. Voor Michael en Marcel was het met deze uitslag niet bewezen dat onderweg het prijzengeld opeten slecht voor de vorm is, dus werd er onderweg gestopt bij een grote gele M.