De parcoursbouwers besloten de laatste cross van dit seizoen op het crossparcours van de WVA aan te grijpen voor een aantal veranderingen/vernieuwingen om de routineuze crosser bij de les te houden. Het eerste gedeelte na de start bleef onveranderd, maar de bult bij het clubhuis werd van een nieuwe afdaling voorzien waarna vervolgens na twee bochten bijna uit stilstand een glibberig talud ‘genomen’ moest worden. In het lange, vertrouwde slalomstuk dat daarna volgde werden de renners opgeschrikt door een nieuwe bocht en in het toch al lastige stuk langs het water en ‘het strandje’ werden de deelnemers wederom een talud opgestuurd waarbij het dit keer onmogelijk was fietsend boven te komen. Zelfs de meest routineuze crosser toonde zich flexibel en de parkoersbouwers werden na afloop met applaus bedankt. Heren ga zo door: verras de renners vaker!
Het gezamenlijke kampioenschap van de WVA, ASC Olympia, Gaul!, WTC de Amstel en De Trappist (met aparte klassering voor elke club) bracht bij de jeugd een elftal renners aan het vertrek verdeeld in 2 categorieën: 1-4 & 5-7. Bij de jongste jeugd kleefden ‘eeuwige’ tegenstanders Julia van Ravenzwaaij en Menno Broex aanvankelijk aan elkaars wiel (Tip voor volgend seizoen: begin ook eens een zinloze onderlinge competitie: leuk voor de meeschrijvers!), maar uiteindelijk trok Menno aan het langste eind. Overall werd Ilja Terpstra van Olympia 3e, voor haar clubgenoot Ruben Jogems.
Bij de oudste jeugd liet Victor Broex (een dag eerder wéér net naast het podium in de landelijke jeugdwedstrijd in Bakel) er geen misverstand over bestaan wie de sterkste was: hij won met overmacht. Madeleen Hartemink, Gijs Jorna en Yvette Broex rolden als 2e, 3e en 4e over de streep. De Olympianen Bart Remmers, Ruben Overdevest en Evelien Remmers volgden als 5e, 6e en 7e.
Bij de senioren 45 vertrekkers waarvan De Amstel er 14 voor zijn rekening nam verdeeld over twee categorieën: Nieuwelingen/Junioren/Dames en Senioren. Dat hadden – tussen haakjes – 15 vertrekkers kunnen zijn als renner P.D., die zijn ontbijt om 09.00 uur begon, een beetje doorgegeten had. Dan was hij zeker op tijd geweest voor de start. Nu fietste hij noodgedwongen radeloos, met een zinloos rugzakje op zijn rug, langs het parkoers en gaf her en der onbetrouwbare aanwijzingen en dubieuze adviezen die iedereen natuurlijk in de wind sloeg. Verloren dag.
De start van de meute verliep, zoals wel vaker, niet zonder gekrakeel. De geroutineerde veldrijder weet: de laatste 5 minuten voor de start moet je continu op scherp staan. Simpelweg omdat de tijdseenheid ‘laatste 5 minuten’ gemiddeld 1 minuut duurt. De toch behoorlijk geroutineerde Willard Gerritsen was direct beroofd van zijn gevaarlijkste wapen: de start. (Het was toch niet Willard’s dag: overgeconcentreerd tyripte hij voor de start zorgvuldig zijn chip aan andermans fiets. De fout kon nog op tijd hersteld worden, dat wel, maar toch…) De start was nu voor de andere man met de snelle start: Michael Breedt, maar in zijn spoor bevonden zich alle kanshebbers van De Amstel: Marcel Witte, Jan van Herwijnen, Jeroen van Hoeijen, Junior Bertrand Hartemink en – zwoegend aan het elastiek – Willard Geritsen. Al in de tweede ronde hield Bertrand het voor gezien, dat gedoe van de senioren: hij demarreerde en sloeg een gaatje dat hij moeiteloos tot de streep verdedigde. Hij werd daarmee natuurlijk winnaar bij de Nieuwelingen/Junioren/Dames, maar – belangrijker – overallwinnaar en een jaar lang de bezitter van de wisselbeker van het CK off the road.
Een ronde verder vond Marcel Witte de tijd gekomen om te demarreren; in ieder geval om zijn concurrenten bij de senioren achter te laten, maar ook om een (tevergeefse) poging te doen Bertrand te achterhalen. Achter Marcel was het elastiek van Willard geknapt en rekenden Jan van Herwijnen en Jeroen van Hoeijen (de kampioenen van ‘vroeger’) af met Michael Breedt. Hoewel de twee J’s Marcel voortdurend in het vizier hielden en dankzij een furieuze slotronde van Van Herwijnen nog aardig in de buurt kwamen, konden zij het gaatje niet dichten en werd Marcel clubkampioen off the road bij de senioren. Jan 2e , Jeroen, na een ronde lang sprinten in het wiel van Jan niet in staat nog eens te versnellen, 3e.
Uitslagen CK off the road WTC De Amstel, 16 januari 2011:
Jeugd cat. 1-4
1. Menno Broex
2. Julia van Ravenzwaaij
Jeugd cat. 5-7
1. Victor Broex
2. Madeleen Hartemink
3. Gijs Jorna
4. Yvette Broex
Nieuwelingen/Junioren/Dames
1. Bertrand Hartemink (tevens overallwinnaar)
2. Ewoud Hartemink
3. Brigitte Kalf
Senioren
1. Marcel Witte
2. Jan van Herwijnen
3. Jeroen van Hoeijen
4. Michael Breedt
5. Willard Gerritsen
6. Auke Broex
7. Patrick Molenaar
8. Jan Buisman
9. Pim Bonstra
10. Edwin Commandeur
11. Erik van Ravenzwaaij
Gefeliciteerd Bertrand. Al die voorbeschouwingen. Het is net de peiling van Maurice de Hond. Die zit er ook altijd vet naast.
In mijn geval knapte het elastiek pas nadat mijn elastische achterband klapte. (Zijkant ligt eruit, reparatie zinloos)
Voor de meeschrijvers: Ondanks wielwissel weer in koers voor AB langskwam. Achterstand 1 punt teruggebracht, maar AB heeft al aangekondig nog maar maximaal 1x te rijden zodat hij zeker is van de overwinning….
– De kleine Broexen zijn in de leer voor Romeins keizer: Verdeel en heers. Tegen Willard tijdens wielwissel: “Kom op, Auke is nog niet langs.” Tegen Auke: “Kom op. Willard had lek. Hij zit vlak voor je!” –
Hoi Willard,
had je deze keer echt een lekken band/ Ik heb je in Vorden ook al eens zien worstelen met dit euvel, maar van Jeroen horodeik dat ik slechts gedroomd hebt dat jij en Jeroen daar reden. Kun je mij als leek uitleggen waarom veldrijders met tubes rijden terwijl ik elke wedstrijd wel tich lekke tubes zie of tubes dieer afzijn gelopen. Max reed altijd met draadbanden en heeft nog nooit lek gereden of te maken gehad met een band die er af liep.
Als jij ook op draadbanden zou rijden dan had je punten gepakt in Vorden (als je daar tenminste was) en had je zeker Jeroen verslagen bij het CK.
Hoi Willard,
Ik heb je in Vorden ook al eens zien worstelen met dit euvel, maar van Jeroen hoorde ik dat ik slechts gedroomd hebt dat jij en Jeroen daar reden. Kun je mij als leek uitleggen waarom veldrijders met tubes rijden, terwijl ik elke wedstrijd lekke tubes zie of tubes die er aflopen. Max reed altijd met draadbanden en heeft nog nooit lek gereden of te maken gehad met een band die er af liep.
Als jij ook op draadbanden zou rijden dan had je punten gepakt in Vorden (als je daar tenminste was) en had je zeker Jeroen verslagen bij het CK.
(versie zonder tikfouten)
Beste Ronny,
Ik was tot 2 jaar geleden ook erg sceptisch over tubes. Ik heb toen 1x een stel geleend van Vincent en was helemaal om.
Je kan je banden met veel minder druk rijden, zodat als je met je veld de grond raakt Niet of in ieder geval minder snel een stootlek hebt.
Zoals ik al schreef, gisteren scheurde de wang (zijkant van van de band). Hierdoor kwam de binnenband waarschijnlijk nar buiten bollen om te klappen.
Met een draadband van 2 weken oud(!!!) heb ik ditzelfde euvel ook al eens gehad bij het CK, jaren geleden. Dus wat dat betreft hebben draadbanden geen voordelen.
Ik ben wel eerlijk genoeg om toe te geven dat de kosten van draadbanden minder zijn en dat als je normaal lek rijdt een draadband je EURO 5 voor een nieuwe binnenband kost en een kwaliteitstube meer dan 60.
Bijna als een verkoper: Je moet eerst eens een tube rijden en dan voel je het verschil. Let op: Het werkt verslavend en voor je het weet zit je er aan vast.
(Wellicht ten overvloede: De klapband gisteren was de eerste echte lekke tube in 2 jaar koersen. Dat valt dus reuze mee.
Bovendien, als ik al in Vorden was geweest met draadbanden (maar daar was ik niet zoals Jeroen al zei) dan had ik bijna zeker lek gereden op een boomwortel. En als ik al in Vorden was geweest, dan zou mijn band leeg zijn gelopen door een niet goed aangedraaid ventiel door het laten aflopen van de band bij de start. Je zou bijna zeggen, “gebrek aan ervaring”.