In en rond de plaats Odder in Denemarken wordt in het hemelvaartweekend traditiegetrouw een meerdaagse wedstrijd georganiseerd voor renners t/m Junioren. De omgeving aldaar is enigszins te vergelijken met Zuid Limburg alleen zijn de klimmetjes iets minder lang en iets minder stijl. Voor iedere wedstrijd gold dat er weinig vlakke kilometers in het parcours zaten. Meer dan 600 renners uit Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, Nederland, België en Italië reden mee in de editie 2011. Ook dit jaar reden er renners van De Amstel mee. De familie Hartemink was goed vertegenwoordigd met Madeleen die meereed met de Nieuwelingen meiden, Ewoud bij de U17 en Bertrand bij de Junioren. Bij de jeugd onder de 15 reed de deels 13, deels 14 jarige Wouter de Vink mee. Max van de Water reed bij de U16 en Matthew Overste reed bij de U17.
De begeleiders Alfred Hartemink en Ronny van de Water zijn te oud om mee te rijden, maar streden hun strijd via de reistijd van Amsterdam naar Odder. Daar waar Alfred het op de fiets meestal ruim wint van Ronny moest hij deze keer toch duidelijk zijn meerdere erkennen, met een tijdsverschil van maar liefst 6 uur.
Er wordt gedurende de drie dagen koers geslapen in een grote school waar iedere vereniging zijn eigen klaslokaal krijgt toegewezen.
Doelstelling van de Amstelrenners in volgorde van prioriteit was: 1. Heel thuis komen, 2. Drie dagen plezier hebben, 3. Ervaring op doen in het rijden van meerdaagse koersen en 4. Een goed klassement rijden. De eerste drie doelstellingen zijn zonder meer geslaagd. De vierde min of meer ook.
Op Hemelvaartdag zelf bestond de aftrap uit een proloog van 5.1 km. Vanuit de start was het gelijk 1500 meter omhoog om een hoogteverschil van 50 meter te overbruggen. Vervolgens een plateau van 2 km lengte, gevolgd voor een afdaling van 1200 meter. De laatste 500m liepen weer omhoog. Bertrand reed op zijn tijdritfiets naar een goede tijd: 7.30 en daarmee naar een 57e plaats in het deelnemersveld van 150 Junioren. Bertrand was met deze tijd de beste Nederlandse renner. Max van de Water reed met een tijd van 8.02 naar een 30e plaats in een veld van 95 renners en was eveneens de beste Nederlandse renner. De andere Amstelrenners hebben het niet zo op tijdrijden en deden het dan ook iets minder. Ewoud werd overigens nog fors gehinderd door een auto op het parcours. Volgens Alfred scheelde dat wel een minuut qua tijd, waardoor Ewoud een top 10 klassering misliep, maar vermoedelijk was het echte nadeel ongeveer 10 seconden.
In de avond volgde een kort criterium (eveneens met klim). Madeleen reed samen met de Junioren dames en hield zich knap staande door in het peloton te finishen. Hetzelfde gold ook voor de andere renners, waarbij Max als 8e over de streep kwam.
De ochtendetappe op dag twee was een variant op Parijs-Roubaix waarbij iedere omloop een grindstrook van 1500m lengte moest worden overwonnen. In de droogte was het voor de renners flink stofhappen op deze strook. Uiteraard regende het lekke banden op deze 1500m. Helaas voor Bertrand reed hij lek en verloor hij kostbare tijd. Madeleen, Matthew en Max (MM&M) verloren in deze etappe geen tijd en wisten te klimmen in het klassement. Na ongeveer 2 uurtjes rust stond al weer de volgende etappe op het menu. Een omloop van 6 km met klim , die afhankelijk van de leeftijd meerder keren werd gereden. Bertrand baalde nog van de lekke band in de ochtend en had te weinig moraal om in het peloton te blijven rijden. Alle andere renners bleven wel in het peloton, waarbij Max naar een 6e plaats sprintte en bonustijd binnenhaalde. Hij mocht zelfs op het podium staan en een envelop in ontvangst nemen, maar omdat de Denen (die toch echt wel goed Engels spreken) werkelijk alles in het Deens vertellen, wist Max dit niet. Wouter werd knap 8e.
De laatste etappe bestond voor Wouter en Madeleen uit een omloop van 6 km. Madeleen zag als een berg op tegen de 45 km die zij moest rijden, maar werd zeer fraai 7e. In het klassement van 27 Nieuwelingen werd Madeleen als jeugdrenster toch mooi 14e.
Wouter wist in de slotkoers nog te klimmen naar een 38e plaats in het eindklassement van 114 renners. De top 30 bestond uit renners die allemaal een kop groter zijn dan Wouter en een beenomvang hebben die vaak het dubbele is. De andere renners reden een klassieker over een omloop van ruim 14 km met daarin twee klimmen, waarvan er een qua lengte en stijgingspercentage enigszins is te vergelijken met de Eyserbosweg. Max moest 87 km rijden, Ewoud en Matthew 104 km en Bertrand 130 km. Max wist zich goed te handhaven in het peloton. Ondanks de hitte bleef er door het ontbreken van wind een vrij grote groep over. In de sprint werd Max 9e. In het eindklassement werd Max 21e en reed daarmee in de prijzen. (25 eindprijzen) Ewoud en Matthew moesten helaas lossen en moesten de laatste twee ronden grotendeels alleen rijden. Desondanks wisten zij in de veldslag nog te stijgen naar een 52e, respectievelijk 55e plaats in het eindklassement.
Bertrand herstelde zich goed van de teleurstellende tweede dag en wist in de slotetappe nog 30 plaatsen te stijgen naar een 70e plaats in het eindklassement.
Voor volgend jaar is deze meerdaagse wedstrijd (ook voor jeugdrenners) zeker een aanrader.