Van de ruim zestig Masters die op de startlijst prijkten waren er heel wat die zich hadden laten afschrikken door de herfstachtige omstandigheden die voorspeld werden. Uiteindelijk stonden er inclusief een enkele bijschrijver een mannetje of 40 aan het vertrek. Wat betreft de herfstachtige omstandigheden kregen de thuisblijvers maar gedeeltelijk gelijk: er was inderdaad sprake van een herfststormpje, maar net als de Nieuwelingen hielden de Masters het droog.
De krachtsverschillen waren bij de Masters kleiner dan bij de Nieuwelingen en dat resulteerde in een snelle wedstrijd waarin het peloton voortdurend als een steeds korter wordend lint door Ouderkerk denderde. Uitlooppogingen waren nauwelijks waarneembaar, zo kort duurden ze, en aan het eind van de rit waren er nog 20 renners in koers voor evenzoveel prijzen.
De Masters van De Amstel hebben duidelijk behoefte aan nieuwe bloed: een tiental schreef zich in, zes stonden er daadwerkelijk aan de start en daarvan wisten alleen Auke Broex (13e) en Pim Bonstra (19e) de eindstreep te halen. Van Hoeijen, Van Herwijnen, Deen en Maarsse hezen vroeg of laat de witte vlag.
Het overgebleven twintigtal leek er een massaspurt van te gaan maken, maar dat was buiten Robert de Poel gerekend: hij sprong twee ronden voor het eind weg en het pelotonnetje kon of wilde hem niet meer achterhalen. Achter De Poel legden Andy Knijpinga en Rudi Bissels beslag op plek twee en drie. De drager van de leiderstrui in het Rabobank Amstel- en Vechtklassement, Emiel Borsboom, werd vierde en dat was ruim voldoende voor de eindoverwinning in het klassement.