Onder een stralend zonnetje werd alweer de 40e Ronde van `s-Gravenzande verreden. Aan het vertrek zo’n 60 renners die er vanaf de start zin in hadden. Van de Amstel slechts één renner aan het vertrek, Marcel Witte, die na een tegenvallende NK zich voorgenomen heeft voorlopig te volharden in zijn ontkenningsfase. Het spreekwoord hoe ouder hoe gekker geldt zeker voor wielrenners, dus dan maar bij de “jonkies”.
Na een rondje of 8 vond Robert de Poel het tijd worden om eens een bommetje te gooien en hij kreeg daarbij direct een mannetje mee. Omdat renner Witte net bezig was naar voren te rijden besloot hij meteen maar de sprong te maken. Na een paar rondjes met zijn drieën sloten er nog twee renners aan en werd er goed samengewerkt. De groep bestond uit: Robert de Poel, Selmar Pigge, Tom de Vreede, Marijn Pijper en Marcel Witte.
Na verloop van tijd kwam het peloton in zicht en werd er afgesproken het gaatje niet dicht te rijden. Helaas besloot de jury de premies niet meer vanaf de koplopers te laten beginnen en ging het peloton met de enveloppen ervandoor. Dit werd niet echt gewaardeerd door de koplopers dus werd het peloton ingerekend met nog 20 rondes te gaan.
Bij het afsprinten van het peloton sprintte Robert de Poel fanatiek mee en hij was daarmee zijn medevluchters te snel af. Marcel zag het gevaar, maar kon niet mee met Robert, hij besloot te wachten op de opkomende Selmar Pigge om het met zijn tweeën te proberen. Helaas stond er op De Poel geen maat en reed deze naar een verdiende 1e plek. In de sprint om de overige podiumplekken bleek Selmar Pigge een maatje te groot voor Marcel. Weer een derde plek, maar uit betrouwbare bron heeft de verslaggever vernomen dat hij er toch blij mee is. Net als Rebecca: er werd geen lullig bosje bloemen gegeven, maar een serieuze bos rode rozen.