De tweede etappe van de Ras de Cymru werd verreden in gebruikelijke weersomstandigheden: regen en wind en af en toe een droge periode. Op het programma een koers op een omloop van 15 km die zes keer gerond moest worden. Daarin als belangrijkste hindernis de slotklim van 800 meter waarin 60 meter hoogte gemaakt werd. Om bij de start te komen moesten de Amstelmannen eerst de slag winnen van Tom en Tom die hen allerlei kanten behalve de goede op stuurden. Toch werden de Black Mountains na anderhalf uur gevonden en in Targard stond men op tijd klaar.
Pierre Deen was gebrand om te vlammen, na zijn tijdrit. Na de neutralisatie reed hij echter lek en kon hij pas aan de voet van de eerste klim terugkeren. Om meteen gelost te worden door de vermoeidheid. In plaats van een solo voor het peloton werd het een solo erachter en kwam hij samen met de geloste Jan B op een kwartier binnen. De andere Amstelmannen moesten ondervinden dat de jonge honden om hen heen geen rekening hielden met een stelletje Masters: daar waar in Nederland de (bijna) Masters de dienst uitmaken in het Amateurpeloton, zijn de Junioren en Elites hier een maatje te groot. Auke en Joos wisten de staart van het peloton tot op de slotklim wel vast te houden en finishten op enkele seconden achterstand. De rest van het team op meerdere minuten. Vrijdag in de ochtend een vergelijkbare etappe (95 km) en ‘s middags de TTT over 17 km. Dan moet er maar iets gebeuren