De Amstel Alpenweek heeft 23 deelnemers. 23 getrainde renners m/v, allen gestoken in een kikkergroene polo, met ieder gelijke kansen op de overwinning. Gelijke kansen? Jawel, gelijke kansen zo had de directie verzekerd. Want ze rijden met handicap. Na de eerste etappe, een ritje van 13 km zou op basis van de tijden de handicap worden bepaald. De laatste vijf rijden dus op maandag een korte etappe (Medio Fondo), de nummers 18 t/m 12 starten met 8 minuten voorsprong op groep 11 t/m 7 die op hun beurt 7 minuten voorsprong krijgen op de nummers 6 t/m 1. Even een voorbeeld: Coen deed 20 minuten langer over de luttele 13 kilometer dan de directie. Maar hij krijgt een voorsprong van 15 minuten, dus eigenlijk een achterstand van 5 minuten. En dat terwijl Coen een mindere renner is, zo bleek. Coen zal dus nooit kunnen winnen. De directie kan nog wel winnen, maar dat is logisch.
De 13 kilometers lagen trouwens op een berg, de Alp d’Huez (Frankrijk). Heel steil en heel zwaar. Het peloton vertrok als groep druppelde deels euforisch (Brigitte), deels ontgoocheld (Wouter), deels triomfantelijk (directie) binnen. En eigenlijk was het een tijdrit, en dat laat zich lastig beschrijven. Morgen meer.