De dag vóór de grote finale van de Amsterdamse Crosscompetitie waagden een select groepje Amstelrenners zich aan de nationale veldrit in het Woerdense park Molenvliet. Daar ligt een geaccidenteerd parcours dat na regenval voornamelijk bestaat uit glij-klei met grote hechtingskracht aan cruciale onderdelen van het frame.
De Masters van De Amstel waren ruim vertegenwoordigd. Jan van Herwijnen had deze dag op basis van zijn ruime ervaring met dit parcours de Empella verkozen boven de B-one i.v.m. de betere ‘mud-clearence-prestaties’ van de Empella. Om dezelfde reden had Willard Gerritsen eveneens zijn Empella meegenomen, maar hij liet hem de gehele race onaangeroerd in de materiaalpost staan. Kennelijk ging hij er vanuit dat het psychologisch voordeel van de aanwezigheid van de Empella met zijn gekend goede ‘mud-clearence’ voldoende voordeel op zou leveren om op zijn vertrouwde wedstrijdfiets te vlammen.
Jeroen van Hoeijen dacht het feit dat zijn King over onduidelijke ‘mud-clearence-specificaties’ beschikt te kunnen compenseren met zijn eigen ‘mud-appreciation’ en Jan Jacob Beckeringh kwam gewoon voor een modderbad, dus die zat sowieso goed. Even leek dit modderbad voor hem in het water te vallen toen hij vlak voor de start een lekke band vermoedde, maar Jan Jacob ging gewoon van start en bleef met een 42 plek de (bijna) onverslijtbare Theo Broere voor. Willard (23e) en Jan (21e) bleven net buiten de prijzen, Jeroen haalde hardlopend en langzaam fietsend een 18e plek: net een envelop en wat startpunten.
Bij de Amateurs bleef Michael Breedt steken op een 21e plek. Bij cat. 6 worstelden Victor (10e) en Menno (27e) zich naar de finish.