De dagen rond de kerst zijn vanouds de hoogtijdagen voor het veldrijden. Vandaar dat er – na de cross van zaterdag in Woerden en de finale van de ACC op zondag – op maandag vóór kerst een nationale wedstrijd in Boxtel op de kalender stond. Een buitenkansje voor de hardcore veldrijder.
Het parcours ligt rond recreatieplas de Langspier en bestaat uit ondergrond van diverse pluimages. Er is zand (het strand), er zijn grasstroken die ongevoelig lijken voor de weersinvloeden (niet stuk te krijgen), er zijn wat standaard modderstroken en er is ‘de-strook-langs- het-spoor’. Deze strook is berucht: minstens 200 meter, kaarsrecht en overgevoelig voor weersinvloeden in het algemeen en regen in het bijzonder. Ontsnappen is uitgesloten: aan de rechterzijde bevindt zich een sloot om te voorkomen dat renners uit pure wanhoop voor de trein springen, aan de rechterzijde staat een twee meter hoog hek dat de vluchtelingenstroom moet keren. Door renners wordt gefluisterd dat de organisatie dit hek zo nodig onder stroom kan zetten…
Bij de Masters Jeroen van Hoeijen, Willard Gerritsen (in zijn derde opeenvolgende wedstrijd) en Jan van Herwijnen. De startvolgorde wordt gedicteerd door het regelmatigheidsklassement en omdat de mannen vooral op elkaar letten staan ze daarin broederlijk bij elkaar met 37 punten en dientengevolge ook zij aan zij in het startvak. Jeroen was opmerkelijk goed weg en deelde een psychologische tik uit aan zijn clubgenoten door ze tot de achtervolging te dwingen. In de eerste modderstroken wist hij zich makkelijk tussen plek 10 en 15 te handhaven en na een kort verhard gedeelte denderde de groep op ‘de-strook-langs-het-spoor’ af. Hier veranderde vlotte vijftiger Van Hoeijen in een oogwenk in een vloekende vastlopende vijftiger, wanhopig op zoek naar houvast in de bagger. Links en rechts vlogen de concurrenten hem voorbij en aan het eind van de eerste, eindeloos lijkende passage wist hij met pijn en moeite zijn karretje aan te haken bij Jan en Willard. De eerste passage langs de jury werd door de clubgenoten keurig in ganzenpas volbracht, maar bij de tweede passage van ‘de strook’ herhaalde het tafereel zich: Jeroen wanhopig op zoek naar het juiste spoor dat de rest moeiteloos leek te vinden. Willard en Jan verdwenen eensgezind uit beeld, verloren elkaar gedurende de rest van de koers geen moment uit het oog en eindigden als 19e (Willard) en 20e (Jan): niet voor niets naar Boxtel geweest dus. Jeroen worstelde elke ronde met ‘de strook’ en werd 31e.
Bij de Nieuwelingen stond Teun Mouris ook niet met lege handen (20e), Gijs Jorna werd 25e.