De Omloop van de Veenkoloniën staat bij de meeste Elite-renners bekend om de horroreditie van 2009. Bij vier graden en regen baanden de renners zich destijds een weg over de talrijke smalle en iets minder talrijke brede wegen rondom Veendam. In 2013 was het niet veel anders, ware het dat de regen had plaatsgemaakt voor sneeuw. Dit jaar mochten Daniël Korevaar, Patrick Bos, Jan Lof, Lars van de Vall (WTC de Amstel), Joost Spring in ’t Veld en Edwin de Graaff (UWTC) namens Wielerploeg Amsterdam hun kunstje vertonen in de tweede klassieker van de clubcompetitie.
Al snel brak de koers open en werden er meerdere waaiers gevormd. Lars zat prima in de eerste waaier, maar besloot zich hier uit te laten afzakken omdat de zadelpen van zijn nieuwe fiets letterlijke de druk tijdens de eerste vuurproef niet aan kon en enkele centimeters naar beneden knalde. Niet echt een tactische zet aangezien hij er achter kwam dat er al een waaiertje of zeven gevormd waren en er nog geen auto in zicht was. Dit gaf hem wel de mogelijkheid het veld eens goed te overzien en Patrick en Jan te helpen terugkeren naar de gegroeide eerste waaier waar Joost op dat moment ook een plekje in gevonden had. In de veronderstelling dat dit het belangrijkste was wat hij nog voor de ploeg kon doen werd hier de nodige energie ingelegd. Dit was echter buiten mechanieker Joost Mouris gerekend. Al hangend uit de auto wist hij Lars zijn zadelpen na 70 km eindelijk op bijna optimale hoogte te zetten waardoor er flink wat druk van de bovenbeentjes werd gehaald en de hamstrings gelijktijdig ook nog ietsje werden opgerekt.
Door het heen en weer gejojo van Lars kreeg die de mogelijkheid om zijn rol als koerskapitein perfect uit te voeren. Enig geschreeuw en gemopper, en een redelijk brede schouderpartij om achter te schuilen stuwde de mannen naar voren, waar vooral Daniël en Patrick zich perfect in de debatten mengden en alert voorin present waren. Echter moest de altijd dorstige Patrick ook ditmaal zijn voorraad sportdrank aanvullen waardoor hij net even verkeerd zat toen de definitieve slag viel.
Joost en Lars zaten wel bij de eerste 30 die samen de laatste 25 kilometer in gingen. De eerste ontbrak het vervolgens niet aan lef, maar wellicht wel een beetje aan zelfkennis. Hij zette namelijk direct een soloactie op touw. Deze droeg echter niet ver en Joost werd snel opgeslokt en ter plaatse gelaten toen de groep nogmaals brak. Lars ontbrak het op dat moment aan zowel lef als zelfkennis. Van mening dat het door het uitsturen voor hem ontstaande gat wel gedicht zou worden bij enige samenwerking van het zestal waarin hij zich bevond, verschool hij zich in de groep om krachten te sparen voor een finale jump. Het gat op het eerste elftal bleef talloze kilometers enkele seconde, maar werd nooit gedicht. Een laatste poging om naar de eerste groep toe te springen was daardoor op zijn plaats geweest, maar werd niet ondernomen. Iets waar Lars achteraf flink van baalde, maar als leermoment moet worden meegenomen naar de volgende koers. Tot overmaat van ramp kwam in de laatste drie kilometer ook nog een groter groep achterblijvers aansluiten, zonder leden van WPA. Uiteindelijke resulteerde dit in de volgende eindklasseringen: Lars 20e, Patrick 37e, Joost 46e, Jan 62e en Daniel 64e. Verder leverde dit een 9e plek in het ploegklassement op waardoor Wielerploeg Amsterdam de top 10 van de clubcompetitie binnen schoof.