Na een kriterium (criterium), een landevejsløb (omloop) en een enkelstart (tijdrit) was het op de vierde dag van de Randersbikeweek tijd voor een Bakkeløp (heuvelrace). Vijf rondes van 15 km voor de Nieuwelingen, zeven rondes voor de 40/50 plusser en 9 rondes voor de Amateurs. 200 hoogtemeters per ronde en stijgingspercentages van 14%. Slopend, onethisch en je snapt meteen waarom dit zonder bietensap niet te doen is. In de teambespreking was WTC De Amstel tot de conclusie gekomen dat er een schijn van kans was op een overwinning, dus ze gingen vol goede moed van start.
Gijs Jorna en Michael den Toom reden 75 km in een peloton van 100 man in een groep van 30 man achter de koplopers. Hoewel niet sterk genoeg voor de kopgroep, konden ze zich goed in de tweede groep handhaven.
Bij de Amateurs startten Roel Gerritsen en Michiel Verspuy voor hun 140 km. Michiel kwam na twee ronden op achterstand, maar kon met zes man goed doorrijden. Alleen hielden de nieuwe vrienden van Michiel er een andere mentaliteit op na dus die stapten de een na de ander af. Michiel reed nog 40 km in zijn eentje door maar hield het na 108 km(!) voor gezien. Maar Roel bleef doorknallen mede door de aansporingen van de tot ploegleider gepromoveerde Edwin de Graaff. Roel eindigde als 29e na een epische strijd met zijn rivaal in het klassement, die ook nog twee ploeggenoten bij zich had. In de slotklim reed hij ze mooi nog op een halve minuut. Het waren Duitsers.
Bij het gecombineerde ploegenklassement Masters 40+/50+ stond WTC De Amstel trots op de 2e plaats. De oudjes moesten 108 kilometer. Maar de leiders in het klassement maakten van iedere klim een slachtpartij en in de vierde ronde viel de definitieve slag. Vijf man reden weg, het overgebleven peloton zette een woeste achtervolging in en Willard en Buisman moesten gesloopt de meute laten lopen. Ze finishten netjes op 11 minuten.
In het peloton van 20 zaten nog de 40-ers Auke Broex, Pierre Deen, Joos Francke en Simon Polstra. Van Broex op een 6e plek in het klassement werd een leidende rol verwacht. Maar ondanks het luiden van de bel verkeerde hij in de veronderstelling dat er nog twee ronden te gaan waren. Niets voor Broex. De aanvallende impulsen moesten toen maar van Pierre Deen komen, die op steile klimmetjes bijna de geest gaf maar op de rest van het glooiende parcours een sterke indruk maakte. Toen Deen demarreerde sprong helaas de nummer drie naar zijn wiel waarop de andere klassementsrijders het gat snel dichtten. Opnieuw was er overleg, om de schijn van kans in leven te houden. Simon Polstra, die nog een frisse indruk maakte, had echter nog nooit gedemarreerd. Hem moest worden uitgelegd dat het weliswaar knap en leuk is als je de koers in het peloton uitrijdt, maar dat alleen aankomen toch een treetje hoger is. Dus moest hij twee klimmetjes voor de finish aangaan.
Deen trok nog eenmaal een gat, liet zich terug zakken tot de kop van het peloton, en toen ging Polstra! Alsof alsof hij nooit anders had gedaan. Met vervaarlijk om hun heen kijkende Amstelrenners op kop (ze hebben zich al vier dagen niet geschoren) trok Polstra zijn tanige lijf over de 14% hellingen en eindigde zo solo als 6e, zo bijna de 5e plek van Deen in de tijdrit evenarend.
En WTC De Amstel verstevigde zijn 2e positie in het ploegenklassement.
Morgen de gadeløb, straatrace. Een rondje van 1100 meter, zes bochten, grind, kasseien en twaalf hoogtemeters per ronde, een soort Ouderkerker a/d Amstel maar dan erger.