Met de rustdag volgende week i.v.m. de avondvierdaagse is het een mooi punt om terug te blikken op de eerste negen wedstrijden.
Net als vorig jaar hebben we iedere week gereden (dus zo vaak regent het ook weer niet in Nederland). Het nieuwe concept met een lange neutralisatie bevalt iedereen prima. Het aantal renners aan de start is gemiddeld dan ook iets hoger dan vorig jaar dus dat houden we er voorlopig nog in. Dat het rustige begin op sommige avonden ruimschoots wordt gecompenseerd door het hoge tempo in de rest van de wedstrijd nemen we dan maar voor lief.
Het nadeel voor ontsnappers is wel dat iedereen nog relatief fris aan die tweede helft begint. Dat in combinatie met een hoog gemiddelde zorgt er voor dat het voor het peloton wel volstaat om gewoon door te rijden en te wachten tot de ontsnappers moe worden. En anders is er ook nog altijd iemand te vinden die zijn ongeduld niet kan bedwingen en het gat wat sneller dicht rijdt. Tactisch rijden zit er meestal niet bij op dinsdag.
Het echte afzien zit trouwens vooral in de staart van het peloton. Omdat niet iedereen even briljant door de bochten komt ga je als laatste renner tien kilometer langzamer door de bocht dan de eerste en dat moet je daarna weer goed maken. Intervaltraining schijnt goed voor je te zijn maar iedere anderhalve minuut twee keer vol moeten aanzetten begint na een tijdje toch wel zijn tol te eisen.
De finale kende deze rit weinig verrassingen met Camiel Zwart en Jan Buisman op plaats één en twee gevolgd door Tom Wolters (ondanks een Elfstedentocht een dag eerder), Robert Vicic, Joris van Nieuwkerk en Ruud Verbeek.
De stand: klik.